HOORN – De gemeente Hoorn heft de reclamebelasting op objectieve en rechtvaardige manier en mag dit op dezelfde manier blijven doen. Dit blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 28 september 2012 over de reclamebelasting 2009.
Op 24 november 2011 sprak het Gerechtshof Amsterdam al uit dat Hoorn op de juiste manier handelt. Deze uitspraak is nu tot in hoogste rechterlijke instantie bevestigd. Eerder, in 2010, vond de Rechtbank Alkmaar dat de reclamebelasting gebruikt wordt voor een ander doel dan waarvoor de heffing is bedoeld en dat de tariefstelling willekeurig en onredelijk is.
Voor zeven ondernemers verklaarde de Rechtbank Alkmaar de Verordening Reclamebelasting 2009 toen ongeldig. De gemeente heeft vervolgens succesvol hoger beroep aangetekend bij het Gerechtshof Amsterdam. Deze rechter heeft de gemeente Hoorn gelijk gegeven en hiermee de uitspraak van de Rechtbank Alkmaar vernietigd. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam.
‘We zijn blij dat nu ook in hoogste instantie erkend wordt dat we deze belasting op een rechtvaardige manier heffen. We hebben deze belasting in het leven geroepen om de economie in onze gemeente te ondersteunen. Dat blijven we dus ook doen.’, aldus Ronald Louwman, wethouder Financiën en Belastingen. Aart Ruppert, wethouder Economische Zaken: ‘Deze uitspraak geeft voor alle ondernemers duidelijkheid over de reclamebelasting.’