NEDERLAND – Acht op tien Nederlanders vinden dat kringloopwinkels een belangrijke maatschappelijke functie hebben. Het merendeel weet ook dat de kringloopwinkel werkgelegenheid biedt aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en een bijdrage levert aan het milieu.
Opvallend is dat mensen vaker spullen bréngen dan dat zij er iets kopen. Wat ook opvalt: zowel arm als rijk bréngen, kopen doen mensen met een lager inkomen er vaker. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research naar de bekendheid en het gebruik van kringloopwinkels. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) in het kader van de Nationale Kringloopweek 2020 (3 t/m 9 oktober)
Hergebruiken of weggooien?
Nederlanders zijn naar eigen zeggen meer ‘hergebruikers’ dan ‘weggooiers’. Zeven procent hergebruikt alles en 34 procent hergebruikt veel van wat ze niet meer nodig hebben. Daar staat tegenover dat 15 procent (vrijwel) alles weggooit. Een groot deel van de Nederlanders (45%) plaatst zich op de middenpositie van de schaal. De meerderheid van de Nederlanders (84%) is het eens met de stelling dat kringloopwinkels een belangrijke maatschappelijke functie hebben. Slechts twee procent is het daarmee oneens. Mensen die overbodige spullen vaker weggooien, zijn minder overtuigd van het maatschappelijk nut van de kringloop.
Werk voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt en bijdrage aan milieu
Vier op de vijf Nederlanders zijn (tot op zekere hoogte) bekend met de kernwaarden van de kringloop. De helft van de bevolking is er goed van op de hoogte dat kringloopwinkels werkgelegenheid bieden aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Dat kringloopwinkels door het hergebruik van spullen een bijdrage willen leveren aan het milieu is bij 42 procent van de Nederlanders goed bekend.
Een minderheid van 14 tot 21 procent per stelling is niet bekend met de doelstellingen van de kringloopbranche. De bekendheid is het grootst onder de groep die zelf veel spullen hergebruikt.
Niet voor elk wat wils
Dat veel Nederlanders het maatschappelijke belang van de kringloop zien, betekent niet direct dat ze zelf vaak bij de kringloop komen. Twee op de tien (22%) kopen vaak of regelmatig spullen bij de kringloop. De helft (46%) komt zelden of nooit bij de kringloop om iets te kopen. Deze groep geeft vooral aan liever nieuwe producten te kopen. Zo zegt iemand “omdat ik alles echt op gebruik en daarna nieuw mag kopen van mezelf”. Ook kan men niet altijd de gewenste producten vinden bij de kringloopwinkels. Naarmate men meer te besteden heeft, koopt men minder vaak spullen bij de kringloop. Nederlanders met een beneden modaal inkomen doen dit verhoudingsgewijs vaak.
Meer brengen dan kopen
Drie op de tien (29%) brengen regelmatig spullen. Zowel arm als rijk brengen ongeveer even vaak iets. Een derde (36%) van de Nederlanders brengt vrijwel niets. Een veelgenoemde reden om niks te brengen is dat de gebruikte spullen niet meer geschikt zijn voor hergebruik. Zo geeft iemand aan “een ander niet met rotzooi op te willen zadelen”. Ook verkoopt een deel van de Nederlanders liever spullen dan ze weg te geven aan een kringloopwinkel. Nederlanders van 50 jaar en ouder brengen gemiddeld vaker producten dan 18- tot 49-jarigen.
Bron: I&O Research