8 april 2024 – Column Gerben H. Bakker: Poptempel
De trouwe lezer weet dat ik een stukje livemuziek goed weet te waarderen. Zo schreeuwde ik onlangs de teksten van The Wild Romance nog mee in het Hoornse Manifesto. Dit kent een geschiedenis. Daar waar leeftijdsgenoten vroeger de kermissen afstruinde wist ik de weg naar menig jongerencentrum te vinden. Eigenlijk hebben we het hier over poppodia; in elk dorp was er wel een plaats te vinden waar jeugd, livemuziek en jongerenwerk elkaar troffen. Zo sprong ik bij Cayen van het podium, ruilde ik demotapes bij Everland en stond ik in een moment van overmoed zelfs rappend op het podium in JooB. Het ware mooie tijden. De kids waren van de straat en konden zo zichzelf en het popcircuit leren kennen. Dat was wel wat subsidiegeld waard.
‘Zo sprong ik bij Cayen van het podium, ruilde ik demotapes bij Everland en stond ik in een moment van overmoed zelfs rappend op het podium in JooB’.
Tijden veranderen. Livemuziek in de polder beperkt zich tot zomerfestivals en het bespelen van een instrument is een curiositeit geworden. Behoefte weg, locatie dicht. De poppodia die er nog wel zijn worden kritisch gevolgd welk doel zij dienen en hoeveel gemeenschapsgeld zij rechtvaardigen. De namen van P3, De Waardse Tempel en Manifesto kennen de meeste mensen dan ook niet door de memorabele concerten maar van het gebrek aan sfeer of de kritische raadsvragen. Oké, er zijn uitzonderingen. Zo lijken Victorie in Alkmaar en kleinduimpje Pardoes in Hoogwoud wel vitaal en te voorzien in een behoefte.
Anno 2024 is de heilige graal leefbaarheid. Het poppodium staat hierbij symbool voor een bruisende jongerencultuur in tijden van vergrijzing. Hét recept voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijvigheid. Binnen de grootstedelijke ambities van De Poort van Hoorn lijkt een splinternieuwe poptempel dan ook een vanzelfsprekendheid. Om het wensdenken een beetje te temperen moeten we echter niet vergeten dat een culturele programmering altijd geld kost -zelfs bij volle zalen- en er onmogelijk is te concurreren met Amsterdam op een halfuurtje reizen. Laten we het vooral op een eigen wijze organiseren.
‘Om het wensdenken een beetje te temperen moeten we echter niet vergeten dat een culturele programmering altijd geld kost’
Een regio als West-Friesland verdient en rechtvaardigt een aantrekkelijk popcircuit, getuige alleen al het niet geringe aantal artiesten met nationale en internationale reputatie. Maar ga ons belastinggeld alsjeblieft niet in nieuwe stenen steken. De Hoornse binnenstad staat vol prachtige accommodaties die schreeuwen om publiek. Van de theaters en musea tot kerken en bibliotheek. Laat de ambitie ‘poppodium’ dan ook vorm krijgen in een werkbudget waarbij bestaande instellingen centraal worden gefinancierd en het geld bij een sterke programmering terecht komt. Laten wij een voorbeeld nemen aan een ongesubsidieerd etablissement aan het Kerkplein met zaal dat de facto al popodium is. Voor het laatst gemoderniseerd in 1913; oh ironie.