De Boet de kerstdrukte in; ‘Ons ondernemerschap wordt elke dag op de proef gesteld’

“November en december zijn traditioneel onze drukste maanden. Dat heeft veel te maken met onze Kerstshow, waar mensen van heinde en verre op afkomen. Met de ervaringen van de eerste coronaperiode in ons achterhoofd hebben we afgelopen zomer een idee uitgewerkt, dat we op tafel hebben gelegd bij de gemeente. Om ze mee te nemen in onze opzet, maar ook om advies te vragen. Dat heeft geresulteerd in een goed doortimmerd plan.”
“Onze relatie met de gemeente als toezichthoudende instantie is buitengewoon goed. In de eerste fase van de coronacrisis hadden we te maken met controles door gemeentelijke handhavers, die ons niet informeerden dat ze er waren en ons achteraf schriftelijk aanspraken op dingen die niet in orde waren. Toen dat gebeurde, heb ik de telefoon gepakt en voorgesteld om tafel te gaan. Dit is voor iedereen nieuw, we kunnen van elkaar leren, heb ik gezegd. Wijzen is gemakkelijk, samen optrekken is slimmer. Dat heeft uitstekend gewerkt. We staan zij aan zij, de lijnen zijn kort.”

“Die eerste periode hebben we alle basale maatregelen getroffen die nodig waren om te kunnen doordraaien: schermen bij de kassa’s en de balies, strepen op de grond op twee meter afstand van elkaar, pijlen voor de looproutes, minder spullen in de winkel en het aantal winkelwagens gehalveerd. Daarnaast hebben we richting klanten gecommuniceerd: kom zoveel mogelijk alleen, winkel online, kom even niet funshoppen. Gaandeweg het jaar hebben we de maatregelen steeds verder verfijnd en verbeterd om maximale veiligheid te creëren. Voor onze klanten, maar nadrukkelijk ook voor onze eigen mensen. Alleen als zij zich veilig en comfortabel voelen, kunnen wij aan detailhandel doen.”

Kerst als publiekstrekker

“Ook in deze rare tijd is onze Kerstshow een publiekstrekker. Op de eerste zondag in november hadden we zo’n 4.000 klanten over de vloer en ’s middags korte tijd een wachtrij. Met onze klanten communiceren we intensief over de maatregelen die we hebben getroffen. Dat begint met grote borden op de parkeerplaats, waar we iedereen informeren dat er aparte ingangen zijn voor de bouwmarkt en voor de Kerstshow. Bezoekers van de kerstmarkt vangen we vervolgens eerst op in een tent, waar schoongemaakte winkelwagentjes staan en waar onze medewerkers hen welkom hete met instructies, een flyer en een plattegrond. Met dranghekken hebben we drie rijen van veertig meter lang gemaakt, waar mensen met twee meter onderlinge afstand veilig kunnen wachten als de winkelwagens – we hebben er momenteel 600 beschikbaar – even op zijn. Bij beide ingangen staan ingehuurde portiers, stevige jongens die mensen er vriendelijk aan herinneren dat ze een mondkapje moeten dragen en anders niet welkom zijn in onze winkel. We hebben het vooral zo duidelijk mogelijk willen maken en ik moet zeggen: vrijwel iedereen voelt zich er comfortabel bij. We krijgen elke dag complimenten van klanten over onze aanpak.”

Ruimere opzet

“Binnen hebben we minder spullen opgesteld dan anders en een ruimere opzet gekozen, met brede paden van vier meter en gescheiden looproutes. Zo hebben mensen volop ruimte en is er geen verkeer dat tegen de looprichting in gaat. Ook hebben we tientallen desinfectiepalen geplaatst. Om het in deze drukke tijden nóg veiliger te maken, zijn we sinds deze week op woensdag, donderdag en vrijdag tot acht uur open in plaats van tot zes uur en op zaterdag tot zes uur in plaats van tot vijf uur. Zo spreiden we het bezoek nog iets meer.”

‘Ondernemerschap wordt elke dag op de proef gesteld’

“De coronacrisis heeft van 2020 een bizar jaar gemaakt, dat ons gek genoeg zakelijk tot nu toe geen windeieren heeft gelegd. Met name de verkoop via onze webwinkel heeft een vlucht genomen. Persoonlijk vind ik het wel een zwaar jaar. Het is voortdurend keuzes maken, anticiperen, vooroplopen, niet verslappen. Het is topsport – en ons ondernemerschap wordt elke dag op de proef gesteld. Maar we hebben het goed op de rit én we mogen vooralsnog openblijven, in tegenstelling tot veel collega-ondernemers in andere branches. Wat dat aangaat tellen we onze zegeningen.”